Wij hebben uw pensioen omgezet naar uw pensioen met de nieuwe regels. U kunt uw pensioen in uw persoonlijke omgeving bekijken.
U leest hieronder wat u ziet in uw persoonlijke omgeving en hoe ons fondsvermogen is verdeeld over de pensioenpotten van alle deelnemers.
Hoe wij ons fondsvermogen op 1 januari 2025 verdeelden
Wij maakten keuzes over hoe we ons fondsvermogen evenwichtig verdelen. De hoogte van onze dekkingsgraad op 31 december 2024 was 121,4%. De dekkingsgraad bepaalde hoeveel fondsvermogen we konden verdelen.
We verdeelden ons fondsvermogen eerst over de:
Wettelijke reserve
Dit is een wettelijk verplicht eigen vermogen. Wij mogen niet gebruikmaken van dit geld om bijvoorbeeld de pensioenpotten aan te vullen.
Operationele reserve
Een reserve voor kosten als gevolg van de uitvoering. Wij gebruiken dit geld om tegenvallers op te vangen bij de uitvoering van de nieuwe pensioenregeling. Bijvoorbeeld kostenstijgingen of verliezen op de verzekering van het pensioen voor uw partner en kinderen en het pensioen als u arbeidsongeschikt wordt.
Gezamenlijke buffer
In goede tijden zetten we geld opzij in een gezamenlijke buffer. In slechte tijden halen we hier geld uit. Op het moment dat we overgingen op de nieuwe regels voor pensioen is de gezamenlijke buffer voor het eerst gevuld. 1 keer per jaar kijken we hoe vol de gezamenlijke buffer is en hoe de beleggingen het hebben gedaan. Als het nodig is - en als het kan - vullen we de gezamenlijke buffer aan. De buffer is vol als 15% van al het fondsvermogen in de buffer zit.
Pensioenpotten
We verdelen ook een deel van ons fondsvermogen over de pensioenpotten van alle deelnemers. U ziet het bedrag in uw persoonlijke omgeving.
Onze dekkingsgraad van 121,4% was voldoende om het fondsvermogen ook te verdelen over:
Compensatie voor het stoppen van de doorsneepremie
Wij mochten deelnemers een compensatie geven als ze nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regels door het stoppen van de doorsneepremie. Zij krijgen dan extra geld in hun pensioenpot met de nieuwe regels.
Alleen deelnemers die op 31 december 2024 deelnamen aan onze pensioenregeling én tussen de 32 jaar en 67 jaar waren op 1 januari 2025, kregen een compensatie. Deelnemers van 31 jaar of jonger én van 67 jaar of ouder hebben geen nadeel van het stoppen van de doorsneepremie en kregen daarom geen compensatie. Bouwde u op 31 december 2024 geen pensioen meer op bij ons? Dan heeft u ook geen nadeel van het stoppen van de doorsneepremie en kreeg daarom geen compensatie. Of was u volledig met pensioen op 31 december 2024? Dan kreeg u ook geen compensatie.
Of u compensatie kreeg én hoeveel hangt af van:
- Onze financiële positie: de dekkingsgraad op 1 januari 2025. Vanaf een dekkingsgraad van 110% konden we compensatie geven. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe meer compensatie.
- Of u deelnam aan onze pensioenregeling én premie betaalde op 31 december 2024: Dat is als u nog werkte via de werkgever of als u arbeidsongeschikt was en bij PPF APG nog pensioen opbouwde op dat moment.
- Uw leeftijd op 1 januari 2025.
- Uw salaris en deeltijdpercentage op 31 december 2024.
Vergoeding voor niet gekregen verhogingen
Heeft u in het verleden pensioenverhogingen gemist? Dan zijn deze (voor een deel) meegenomen in de berekening van uw vernieuwde pensioen.
We konden in het verleden de pensioenen niet altijd verhogen zoals we wilden. Elk jaar probeerden we dat. Met een verhoging kunnen we ervoor zorgen dat uw pensioen zijn waarde behoudt. Dat betekent dat u er net zoveel mee kan blijven kopen als de prijzen in de winkels stijgen. We mochten de pensioenen niet altijd verhogen als onze financiële situatie volgens de regels voor toeslagverlening niet voldoende was. Daardoor kan het zo zijn dat uw pensioen in het verleden maar voor een deel of niet is verhoogd.
Het geld dat overbleef verdeelden we over de pensioenpotten van alle deelnemers
Na het vullen van de potten van de gemaakte keuzes, bleef een gedeelte van ons fondsvermogen over. Dit geld verdeelden we over de pensioenpotten van alle deelnemers.
