Als je overlijdt, is er pensioen voor je nabestaanden geregeld. Dat geldt voor jouw partner én voor jouw kinderen. We maken hierbij onderscheid tussen twee situaties.
Dan krijgt jouw partner een partnerpensioen. Het partnerpensioen op jaarbasis is gelijk aan 30% van jouw pensioengevend salaris op het moment van overlijden. Hiervoor maakt het niet meer uit hoe lang je werkzaam was. Ook krijgt jouw partner het partnerpensioen dat je tot 1 juli 2021 hebt opgebouwd. Je partner krijgt deze uitkering zolang hij of zij leeft.
Heb je op het moment van overlijden kinderen jonger dan 25 jaar? Dan krijgen jouw kinderen ieder een wezenpensioen. Het wezenpensioen op jaarbasis is gelijk aan 12% van jouw pensioengevend salaris. Het wezenpensioen wordt uitbetaald tot jouw kind 25 jaar wordt. Het maakt daarbij niet meer uit of jouw kind nog studeert of niet. Het wezenpensioen geldt voor maximaal 5 kinderen. Als er meer kinderen zijn, dan wordt het totaal over hen verdeeld.
overlijdt binnen 3 maanden nadat je stopt met werken of tijdens de periode dat je een WW-uitkering ontvangt. De dekking eindigt eerder als je binnen 3 maanden na uitdiensttreding bij een andere werkgever werkt of als je pensioen ingaat. Binnen 3 maanden nadat je stopt met werken, kun je bij PPF APG de opbouw van een nabestaandenpensioen vrijwillig voortzetten. Daarbij kan je kiezen voor 25%, 50%, 75% of 100% van het pensioen, zoals deze gold voordat je uit dienst ging en op basis van het pensioengevend salaris. Dit geldt voor een periode van maximaal 3 jaar of 10 jaar voor zzp'ers. Het volledige werkgevers- en werknemersdeel van de premie komt dan voor eigen rekening.
Het pensioengevend salaris bestaat uit:
Na 1 januari 2025 verandert er voor uw nabestaanden niets in het proces voor het melden van overlijden.
Ook het partner- en wezenpensioen bewegen mee met de economie. Het kan omhoog gaan als het goed gaat met de economie. Of omlaag gaan als het slechter gaat. Om te voorkomen dat jouw pensioen lager wordt, hebben we een gezamenlijke buffer: de solidariteitsreserve. Deze reserve is bedoeld om de pensioenen zo stabiel mogelijk te houden.