Highlights digitale bijeenkomst 15 december

18 januari 2022

Op 15 december organiseerde PPF APG een digitale bijeenkomst voor haar deelnemers. Bekijk de bijeenkomst terug en lees de meest gestelde vragen.

Bekijk de digitale bijeenkomst van 15 december 2021 terug:

Sociale partners (werknemersorganisaties en de werkgever) hebben gekozen voor de Solidaire Premie Regeling. Doorslaggevend zijn geweest de hoogte en stabiliteit van de uitkering en de solidariteit die bereikt kan worden. Tegelijkertijd is er sprake van een werkhypothese. Dit wil zeggen dat de keuze nog niet definitief is. Medio 2022 wordt de keuze getoetst aan de wetgeving die op dat moment beschikbaar is.

Het bestuur heeft de premie vastgesteld op gemiddeld 27% van de pensioengrondslag (inclusief AO-premies). Van deze premie wordt 1,1% gereserveerd om mogelijke stijgingen van de premie in de komende jaren zo veel mogelijk op te vangen.

Premiestabiliteit is een belangrijk onderdeel van ons premiebeleid. Een premie die op en neer beweegt is niet voorspelbaar. We willen onzekerheid zoveel mogelijk vermijden.

Nee, de beleidsdekkingsgraad per 30 september was 107,5% en dit is lager dan de wettelijke vereiste 110%. We verwachten op dit moment in de toekomst de pensioenen wél te kunnen indexeren.

Nee, de dekkingsgraad van het fonds is goed genoeg. Korting is in 2022 daarom niet nodig.

Nee, de keuze voor de Solidaire Premie Regeling als werkhypothese heeft voor zover we nu weten geen impact op het partnerpensioen. Maar de wet toekomst pensioenen heeft wél impact op de vormgeving van het partnerpensioen. Op dit moment is er nog te weinig bekend om hier concreet informatie over te delen. Uiteraard zullen wij dit wel doen wanneer er meer bekend is.

Er zijn verschillende kennissessies geweest met sociale partners waarbij ook enkele leden van de ondernemingsraad (OR) en werknemers van APG betrokken zijn geweest.

Het klopt dat er nog veel onduidelijk is. Toch moet er al veel werk worden gedaan en om die reden is er voor gekozen om een werkhypothese te hanteren.

Terechte vragen, waar we op dit moment nog onderzoek naar doen. Sociale partners en bestuur zijn nu eerst gestart met het vormgeven van de nieuwe regeling, inclusief de financiële opzet. Pas als deze bekend zijn, kan een goede vergelijking worden gemaakt tussen de nieuwe situatie en de huidige situatie. Ook kunnen dan pas de effecten voor de verschillende groepen worden beoordeeld, net als compensatie. Onderdeel van de overgang naar het nieuwe stelsel is het schrijven van een uitgebreid communicatieplan waarin aandacht besteed wordt aan alle groepen binnen PPF APG.

PPF APG is een zelfstandig fonds dat zijn eigen koers kan varen. De behoeften en wensen van alle deelnemers aan het fonds is het primaire uitgangspunt. We zoeken de samenwerking met andere partijen waar dit kan en wenselijk is.

We hebben alle deelnemers, slapers en pensioengerechtigden verzocht om mee te doen. 14% (circa 1000 personen) heeft ook daadwerkelijk meegedaan.

Het besluit van ABP om uit producenten van fossiele brandstoffen te stappen heeft geen directe impact op de portefeuille van PPF APG. Uit het uitgevoerde ESG-onderzoek van eind 2021 blijkt dat een ruime meerderheid van de ondervraagden voorstander is van een ambitieus ESG-beleid voor de beleggingsportefeuille van PPF APG. In dit kader gaan we begin 2022 onderzoeken hoe onze beleggingen in producenten van fossiele brandstoffen nu vormgegeven zijn en hoe deze zich verhouden tot het gewenste ESG beleid.

Het Verantwoord Beleggen beleid is te vinden via deze link.

PPF heeft een, zeker gezien haar omvang, ambitieus verantwoord beleggen beleid. Het bundelen van de krachten op het gebied van verantwoord beleggen met grote ambitieuze pensioenfondsen, zoals ABP, bpfBOUW en SPW levert schaalvoordelen op. Zo kan PPF een vergelijkbaar ambitieus verantwoordbeleggenbeleid voeren, tegen zo beperkt mogelijke kosten. Zo belegt PPF bijvoorbeeld procentueel ongeveer evenveel in de Sustainable Development Goals als ABP (beiden ca. 16% per jaareinde 2020). Ook de CO2-voetadrukreductie van de beleggingsportefeuille van PPF loopt bijna gelijk met die van ABP (respectievelijk 39% en 40% per jaareinde 2020). Hier en daar zijn er wat verschillen in de uitvoering. Zo heeft ABP er recent voor gekozen om niet langer te beleggen in producenten van fossiele brandstoffen. PPF daarentegen sluit staatsobligaties van landen waar de meest ernstige burgerrechtenschendingen uit (Freedom House 'worst of the worst' lijst). Binnen beursgenoteerde aandelen kiest ABP voor een actieve beleggingstrategie, terwijl PPF belegt via een duurzame index.

Zowel de werkgever (verantwoordelijk voor het onderbrengen van nieuwe pensioenopbouw) als PPF APG (verantwoordelijk voor opgebouwd pensioen) beoordelen periodiek of het fonds ook in de toekomst waarde kan toevoegen voor deelnemers en (gelieerde) werkgevers. Hiertoe worden alternatieven vergeleken. Eerder is geconstateerd dat PPF APG in ieder geval de komende jaren waarde kan toevoegen. Het is op dit moment nog niet goed te beoordelen of PPF APG ook structureel waarde kan toevoegen omdat alle pensioenuitvoerders nu nog bezig zijn met de implementatie van het nieuwe stelsel. Als er zicht ontstaat op de nieuwe pensioenregelingen en de transitie daarnaartoe, zullen de effecten voor deelnemers en (gelieerde) werkgevers van de mogelijke alternatieven opnieuw worden beoordeeld.

Een zeer terechte vraag. Zowel met het oog op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel als met het oog op de recent sterke verbetering van de dekkingsgraad. Veel pensioenfondsen willen de dekkingsgraad beschermen als deze na een lange periode van lage dekkingsgraden is hersteld. Dit om te voorkomen dat zij opnieuw in een tekortsituatie terecht komt.

Wij denken alleen dat het gebruik van bescherming in de vorm van putopties en/of swaptions op de lange termijn niet interessant is. Door onze beleggingsstrategie voor de lange termijn kan PPF APG economisch mindere tijden goed doorstaan zonder bescherming. We kiezen bijvoorbeeld voor een mix van veilige en meer risicovolle beleggingen. Op de lange termijn zorgt deze keuze voor een goede verhouding tussen risico en rendement. Het gebruik van bescherming in de vorm van putopties en/of swaptions zou het risico beperken. Maar dat gaat ook ten koste van het rendement.

Voor putopties en swaptions moet namelijk een premie worden betaald. Onderzoek heeft aangetoond dat die premie op de lange termijn niet wordt terugverdiend. Wij houden daarom vast aan het strategisch beleggingsbeleid zonder gebruik te maken van extra bescherming. Op een andere manier zorgen we wel voor ‘extra bescherming’. Bij een stijgende rente (oftewel een stijgende dekkingsgraad), dekken we meer renterisico af. Daarom wordt wel een stukje van de stijging van de dekkingsgraad beschermd.

Een mogelijke reden om wel te kiezen voor extra bescherming is de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Hiermee krijgt het fonds een nieuwe horizon met een extra doelstelling; met een goede dekkingsgraad over naar het nieuwe contract. Dit kan betekenen dat we bereid zijn om een (extra) premie te betalen om de goede dekkingsgraad te beschermen. Met enige rust en stabiliteit naar het nieuwe contract zou wenselijk kunnen zijn. Hier zijn alleen veel invalshoeken mogelijk die wij nog goed moeten bekijken. Je zou kunnen zeggen dat het doel voor en na de invoering van het nieuwe contract niet wijzigt; PPF APG blijft beleggen voor een goed pensioen. Daarom zou het beleggingsbeleid niet af moeten wijken van de lange termijn. Ook zijn de details van het nieuwe contract en de weg daarnaartoe nog niet zeker en volledig. Dit maakt het lastiger om de dekkingsgraad te beschermen.

Het is een uitdaging om te beschermen ten opzichte van een doel dat nog kan wijzigen in vorm en in tijd. Deze onzekerheid en een zekere (en relatief hoge) premie voor bescherming maakt dat PPF APG op dit moment geen bescherming van de dekkingsgraad heeft opgetuigd. Als wij in de toekomst toch besluiten hier anders mee om te gaan dan zal dit uitvoerig worden onderbouwd en afgestemd worden met de verschillende organen binnen het pensioenfonds. In de tussentijd kijken we ook aandachtig naar de korte termijn (5-jaars) resultaten op het gebied van pensioenresultaat en kans op korten. Mochten deze resultaten aanleiding zijn om actie te ondernemen om bijvoorbeeld het neerwaarts risico te beperken, dan zullen we snel actie ondernemen.