Annette Mosman in gesprek met Wim van Manen

28 juli 2022

“Ik ben blij dat jij zegt: we moeten het gewoon dóen”

In aanloop naar het nieuwe pensioenstelsel verandert er een hoop. In de uitvoering, op maatschappelijk vlak én in de samenwerking tussen APG en fondsklanten. Welke uitdagingen liggen er nu? En welke kansen zijn er straks? Dit en meer bespreekt Annette Mosman (bestuursvoorzitter van APG Groep) met Wim van Manen (bestuurslid en voorzitter van PPF APG). 

Kosten, de uitbestedingsrelatie en natuurlijk de implementatie van de Wet toekomst pensioenen. Het zijn die 3 thema’s die het gesprek tussen Annette en Wim vormgeven. En waar PPF APG zich momenteel het meest mee bezighoudt.

“Het rare is”, zegt Annette, “dat je hier met 3 Annettes praat. Ik ben deelnemer, werkgever én uitvoerder van het fonds.” De band tussen PPF-APG en APG als uitvoerder neemt nu pas de vorm aan van een professionele uitbestedingsrelatie, stellen ze vast. Iets waar Annette eigenlijk van opkijkt, want het fonds bestaat al meer dan 60 jaar.

Wim: “We hadden wel SLA’s (service level agreement -red.) maar alle aandacht ging in eerste instantie naar de kosten. Dat vroeg best veel tijd. Nu pas kijken we scherper naar de kwalitatieve kant van de uitvoering en praten we met APG over hoe het beter kan.”

En wat kan dan beter?

Wim: “Feit is, dat pensioenfondsen de laatste jaren veel meer onder een vergrootglas liggen. Bovendien is het aantal taken waarmee het bestuur zich moet bezighouden enorm toegenomen. DNB deed een jaar of 3 geleden een onderzoek naar vermogensbeheer. Dat heeft ons wel de ogen geopend: we moeten echt wat doen aan die uitbestedingsrelatie. In ons bestuur zitten mensen die bij APG werken. In de rol als bestuurder moet je anders opereren dan in je rol als werknemer. Onze onafhankelijkheid moeten we goed in de gaten houden. APG is tevens de uitvoerder, dus ingrediënten genoeg voor een behoorlijke "pettenproblematiek". Daar moet je als bestuur kritisch op zijn. Dat betekent dat we onze houding iets moeten veranderen. Duidelijk kunnen zijn naar mensen die in de dagelijkse gang van zaken gewoon onze collega’s zijn. Durven zeggen: hier nemen we geen genoegen mee, dit moet anders. Dat is voor veel mensen best lastig.”

“Als je die uitbestedingsrelatie goed regelt, moet je elkaar daarop kunnen aanspreken”, reageert Annette. Al begrijpt ze de gevoeligheden die hierbij een rol spelen. “Het zou goed zijn om die, in deze periode van relatieve rust, weg te nemen.”

Wim: “We moeten inderdaad uitgaan van vertrouwen, in een volwassen relatie met elkaar. Hard kunnen zijn op de inhoud, zacht op de relatie.”

​​​​​​​Hoe realiseer je dat vertrouwen in de relatie tussen uitvoerder en fonds?

Annette: “Voor mij gaat het om co-creatie. Wij hebben de neiging om in het belang van de deelnemers en de fondsen wel heel hard na te denken, maar dat gebeurt achter gesloten deuren. Dat moeten we meer samen doen.”

Wim: “Daar ben ik het mee eens. Bovendien kun je niet van tevoren alles bedenken. We moeten het gewoon dóen. En al werkende kijken we wel hoever we in de richting van het gewenste doel komen.”

Annette: “De optelsom van ons tweeën is de deelnemer. Wij hebben elkaar nodig, voor de inhoudelijke regeling en voor de beleggingskeuzes.”

Het nieuwe stelsel bepaalt de agenda voor de komende jaren. Wat vinden jullie het spannendst in dat proces?

Wim: “Zo’n stelselwijziging is sowieso een heel spannend moment. Ik denk niet dat wij daarin verschillen van andere fondsen, we zijn alleen wat kleiner. En wij hebben de deelnemers dichtbij. Dat laatste is een voordeel. Ik vind het eigenlijk nog het meest spannend wat er gaat gebeuren als het nieuwe pensioenstelsel van start gaat. Dan pas zie je wat het echt betekent. Mensen weten dan wat hun pensioenvermogen is, maar merken ook veel eerder wat er kan gebeuren als het tegenzit in de beleggingen. Dat zal wel wennen zijn, denk ik. Maar het meest belangrijk is; wat gebeurt er met vergelijkbare regelingen bij dezelfde uitvoerder of bij een andere uitvoerder? Hoe gaat APG zich op de markt positioneren? APG is nu gefocust op de bestaande klanten, maar ik denk dat de boel wel eens opengebroken zou kunnen worden. Ik vind het wel avontuurlijk.”

Annette: “Voor ons ontstaat er pas een normale situatie in 2028, 2029. Misschien bij andere uitvoerders al eerder, maar dan zien we wat de nieuwe marktdynamiek is. En hoe deelnemers daarop gaan reageren. Bij ons duurt dit proces langer, omdat we een multiclient uitvoerder zijn. Fondsen gaan 3 jaar achter elkaar over naar het nieuwe stelsel.”

Welke vragen en thema’s zouden die deelnemer nu het meest bezighouden?

Annette: “Indexatie.”

Wim: “Ja, dat leeft vooral bij de gepensioneerden. Eigenlijk hebben we er te lang over gedaan om het nieuwe pensioenstelsel te bedenken. De laatste indexatie is meer dan 10 jaar geleden, de rentes lopen net weer op. Nu kunnen we indexeren en dan gaan we iets heel anders doen. Het klinkt erg onlogisch. Ga dat maar eens uitleggen.Daarnaast zijn deelnemers ook met de kosten bezig, bleek uit een enquête van ons. Dat hangt ook samen met die toekomstdiscussie. En er is veel belangstelling voor de ESG-criteria*. Het klimaat wordt een belangrijke drijfveer. Dat is een beetje nieuw, voorheen ging het altijd over CO2-emissie, kernwapens, tabak enzo. Maar ESG is geen onomstreden onderwerp. Er zijn best veel mensen die zeggen: rendement!”

*ESG staat voor: Environment (milieu), Social (sociaal) en Governance (bestuursorganisatie). 

​​​​​​​Tot slot: wat kunnen jullie van elkaar als bestuurder leren?

Annette: “Het treft me dat jij zegt: ‘We gaan het nu dóen. We weten doel en richting en je moet de flexibiliteit hebben om bij te sturen wanneer dat nodig blijkt te zijn.’ Daar ben ik wel blij mee.”

Wim: “Ja, je moet gewoon beginnen. Want hoe lang je er ook over nadenkt, er kan altijd iets gebeuren waarmee je geen rekening hebt gehouden.”

Annette: “En uiteindelijk zit je dan op een doodlopend pad. Het is schadelijker om niets te doen.”

Wim: “Iedere stap die je zet, biedt een nieuwe ervaring. Daar moet je dan wel voor open staan. Dat herinnert me aan een gesprek dat wij een tijd geleden hadden. Toen was jij nog geen CEO. Ik vertelde je dat ik het gevoel had dat we even tegen een muur aanliepen bij APG. Later kwam je daar nog eens op terug. Dat vind ik heel fijn: je komt op een prettige manier terug op een eerder, toch wat lastig gesprek. Daarmee laat je zien dat je aandacht hebt voor de situatie.”